Biomassa als duurzame energiebron in Nederland
Volgens de Europese Commissie zijn er een aantal hernieuwbare energiebronnen. Het heeft het dan over windenergie, oceaanenergie, aardwarmte-energie, waterkrachtenergie, zonne-energie en ten slotte ook over biomassa-energie. Deze laatste categorie is voor energieleveranciers geen onbelangrijke, want maar liefst 60% van de duurzame energie die in Nederland wordt geproduceerd zou volgens Milieu Centraal uit biomassa afkomstig zijn.
Biomassa in Nederland
Nederland telt ruim 200 biomassacentrales. Het gaat daarbij niet alleen om grote installaties die gigantische gebieden van groene stroom voorzien. Zo is er bijvoorbeeld een rozenkwekerij die houtsnippers gebruikt om zijn kassen op temperatuur te houden of Diergaarde Blijdorp, een dierentuin die de verse biomassa intern gebruikt. De biomassacentrales spelen hoe dan ook een belangrijke rol in onze energievoorziening. Als we de cijfers van 2020 onder de loep nemen, wordt dit al snel duidelijk (cijfers: Energieopwek.nl).
Zo was vorig jaar 5,36% van onze duurzame energie afkomstig van biogas. Daarnaast was 10,01% afkomstig van het bijstoken van biomassa in kolencentrales, was bio-olie goed voor 17,67% van de duurzame energiemix, zorgden houtkachels voor 10,41% van de duurzame energie en leverden de klassieke biomassacentrales (bedrijven en warmtenetten) 11,78% op. Ter vergelijking: zonne-energie leverde slechts 2,62% van de duurzame energie op, nog geen derde van de energie die door afvalcentrales wordt opgewekt. Ook deze laatste vorm van energie wordt bij de duurzame energie gerekend. Ten slotte is windenergie nog goed voor 24,06%, maar uiteindelijk is meer dan de helft van onze duurzame energie afkomstig van biomassa.
Onze biomassacentrales maken voornamelijk gebruik van hout. Het gaat vooral om afvalhout, dunningshout en sloophout uit de industrie. Dit hout wordt vaak in het buitenland gekocht en naar Nederland getransporteerd. De grote Nederlandse biomassa-ovens zijn niet in staat om ander materiaal als rioolwaterslib of reststromen te verbranden.
Vraagtekens bij het gebruik van biomassa als duurzame energiebron
Biomassa-energie wordt opgewekt door verbranding van organische materialen. In theorie gaat het dan bijvoorbeeld om materialen zoals gft-afval, rioolslib, snoeiafval, mest, afval uit de voedingsmiddelenindustrie of zelfs om speciaal daarvoor verbouwde gewassen zoals lijnzaad. In de biomassacentrale wordt het vervolgens allemaal in brand gestoken en zo kan jij koken, televisiekijken en met je elektrische wagen rijden. Hier vallen echter een aantal vraagtekens bij te plaatsen.
Gebruik van landbouwgewassen
Voor de lijnzaadproductie rekent de landbouwer natuurlijk op zijn tractor die hij voltankt met olieproducten. Vervolgens moet alles ook nog eens met vervuilende vrachtwagens naar de biomassacentrale. De grond die door de landbouwer wordt gebruikt, kan dan weer niet worden gebruikt voor voedsel. Dat voedsel, dat halen we dan wel via vervuilende schepen zo’n 9.000 kilometer verderop.
Als het gaat over biobrandstoffen voor auto’s is het niet veel beter. Volgens Greenpeace wordt hier vooral gerekend op soja- en palmolieplantages in verre landen. Daar branden de landbouwers bossen af om voldoende landbouwgrond voor deze plantages te vergaren. Bovendien staan de vruchtbare gronden er intussen vol met oneetbare planten, terwijl een deel van de lokale bevolking honger heeft. De kwaliteit van deze gronden verzadigd vervolgens en worden uiteindelijk onbruikbaar, waarna er nieuwe stukken bos worden platgebrand.
Gebruik van hout
Hout speelt een belangrijke rol voor de Nederlandse biomassacentrales. In Nederland gaat het vooral om hout uit de Baltische staten en uit Noord-Amerikaanse bossen. Dit hout wordt met vervuilende schepen en vrachtwagens naar ons land gebracht.
De bomen waar dit hout van afkomstig is, halen bij hun groei kooldioxide uit de lucht. Ze leggen de koolstof in hun vezels vast en voor ons rest er zuurstof. Wanneer diezelfde bomen en planten worden verbrand, komt er CO2 die gedurende tientallen jaren is verzameld opnieuw in onze atmosfeer terecht. Er komt zelfs meer CO2 vrij dan bij bijvoorbeeld de verbranding van houtskool. Zelfs als er nieuwe bomen worden geplant, draagt dit op korte termijn nog steeds bij aan de klimaatverandering. De bomen worden namelijk sneller gekapt dan dat de nieuwe bomen de CO2 van de oude boom kunnen opnemen.
Bovendien is er nog een ander probleem dat te maken heeft met de grond waarvan de boom afkomstig is. Ook in de bodem daarvan zit er namelijk CO2 opgeslagen. Wanneer de boom verdwijnt, komt ook die CO2 versneld vrij. Dit los je niet op door een nieuw boompje te planten en deze snel opnieuw te kappen.
Voorts wijst Natuur & Milieu erop dat er gewoon betere toepassingen zijn voor afvalhout. Afvalhout kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor papier, karton en spaanplaten en kan zo een rol spelen in een circulair systeem. Dit is uiteraard beter voor het milieu dan het eenmalig verbranden, waardoor het meteen definitief verdwijnt en de opgeslagen CO2 ook meteen weer vrijkomt. Ten slotte wijzen steeds meer experts op andere risico’s. Het verbranden van hout zorgt namelijk voor luchtvervuiling en voor onwenselijke stikstofverbindingen.
Gebruik van andere organische materialen
Dan maar de mest van koeien gebruiken? Het lijkt een goed idee, want op zo’n tien jaar tijd is er al meer dan 2,5 miljard euro aan subsidies hierin geïnvesteerd. Met mestvergisters wordt er dan biogas gemaakt dat rechtstreeks op het gasnet kan. Voor de omwonenden is het minder fijn, want zij klagen over stankoverlast. Bovendien zijn wetenschappers niet helemaal overtuigd. Hoogleraar en biochemicus Lucas Reijnders gaf bijvoorbeeld al aan dat de kern van het mestprobleem nog steeds de fosfaat- en stikstofverbindingen zijn, terwijl daar bij het vergisten tot biogas niks aan wijzigt. Volgens hem zou koeienpoep bovendien amper energie opleveren en koeien blijven natuurlijk een grote bron van methaanuitstoot. Hij noemt het ecologische waanzin en boerenbedrog. Volgens landbouworganisaties moeten we echter meer geduld hebben en staat de technologie gewoon nog niet op punt. Met nog meer subsidies zouden we er wel kunnen komen.
Is biomassa dan slechte energie?
Dit blijft voer voor discussie. Europa rekent het bijvoorbeeld wel gewoon tot de hernieuwbare energiebronnen. Dat blijkt ook uit de RED II-richtlijn. Volgens deze richtlijn blijft ook het gebruik van voedselgewassen (max. 7%) voor de productie van biobrandstof toegestaan. Meer nog: dit mag zelfs worden opgeteld bij het aandeel duurzame energie dat de lidstaten moeten behalen. Waarom Europa het tot de duurzame energiebronnen rekent? Omdat duurzaam volgens Europa wil zeggen dat het hernieuwbaar is. Fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardgas en aardolie zijn dat niet. Op een dag is het op. Bij biomassa is dit niet het geval. We kunnen altijd weer nieuwe gewassen en bomen planten en dat maakt het volgens Europa dus duurzaam.
Daarnaast moeten we zeggen dat bio-energie wel degelijk CO2-voordeel kan opleveren. Zo levert biogas nog steeds een CO2-voordeel op ten opzichte van aardgas of gas dat in kolen zijn oorsprong vindt. Daarnaast geven organisaties als Greenpeace aan dat bio-energie op basis van reststromen, rioolslib en afval wel degelijk nuttig is, maar dat deze grondstoffen zo beperkt zijn dat het vrijwel geen bijdrage levert aan de klimaatproblematiek. Tegelijkertijd hoopt het op positieve resultaten uit onderzoeken met algen en zeewier, maar dergelijke ontwikkelingen staan nog maar in hun kinderschoenen. Onder andere bij Wageningen University & Research lopen er dergelijke onderzoeken. Zij noemen het nu al het groene goud, omdat algen zelfs op onvruchtbare gronden en in woestijnen kunnen worden gekweekt.
Bij HIER, de stichting die mensen beweegt om meer te doen voor het klimaat, menen ze dan weer dat de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs niet kunnen worden behaald zonder de inzet van biomassa. Zij rekenen het net zoals Europa bij de duurzame energie en pleiten voor een doorontwikkeling van de achterliggende technologie. Tegelijkertijd vragen ze wel om er op een goede manier gebruik van te maken.
De algemene teneur is dat we biomassa nog niet moeten afschrijven, maar er anders mee moeten omspringen. En dat verder onderzoek nog steeds noodzakelijk is. Hoe dan ook zal een eerstvolgende Europese beleidsaanpassing wellicht niet voor 2030 plaatsvinden. In de tussentijd kan je natuurlijk zelf een standpunt innemen. Er zijn groene energieleveranciers die ook energie halen uit biomassa, zoals Pure Energie en Vrijopnaam. En er zijn groene energieleveranciers die biomassa links laten liggen, zoals Vandebron en Greenchoice. Maak vooral zelf de keuze.
Veelgestelde vragen over biomassa
De biomassatechnologie blijft voer voor discussie. Het is een nuttige technologie waar nog veel misverstanden over bestaan. Om deze de wereld uit te helpen, hebben we een FAQ samengesteld waarmee we de vaakst gestelde vragen over biomassa beantwoorden.
Kan er waterstof gebruikt worden in plaats van biomassa?
Op korte termijn is er onvoldoende waterstof om het aardgas te vervangen en wordt biogas, afkomstig uit biomassa, als realistisch alternatief genoemd. Ook is het leidingnetwerk en de apparatuur hier nog niet voor geschikt. Op lange termijn kan er natuurlijk altijd iets aan deze situatie veranderen.
Kan Nederland zelfvoorzienend worden door biomassa te gebruiken?
Nee, er zullen altijd andere energiebronnen noodzakelijk zijn en er zullen biogrondstoffen uit het buitenland moeten worden geïmporteerd. Volgens Stichting BEON zijn er wel mogelijkheden om de hoeveelheid geproduceerde Nederlandse biomassa met één miljoen ton te verhogen tegen 2030.
Valt het thuisgebruik van houtpellets ook onder duurzame energie?
Ja, ook houtpellets behoren tot de biogrondstoffen en ook hier spreken we officieel van duurzame energie. Echter, het rendement dat open haarden en houtkachels behalen ligt lager dan dat van een biomassacentrale. Hierdoor kunnen houtproducten beter niet door particulieren worden aangewend.
Zorgt het stoken van biomassa voor luchtvervuiling?
Ja. Het verbranden van biomassa resulteert in de uitstoot van allerlei vervuilende stoffen. Het is wel zo dat de grote installaties aan strenge emissienormen moeten voldoen en de uitstoot sterk beperken. Bij kleine lokale centrales is dit vaak minder het geval. Wanneer er thuis biomassa wordt gestookt, al helemaal niet.
Waarom raken wetenschappers het maar niet eens over biomassa?
Alles heeft te maken met de manier waarop naar de feiten wordt gekeken. Sommige wetenschappers vinden dat alles op alles moet worden gezet om de klimaatverandering tegen te gaan. Daarvoor moeten er offers worden gemaakt. Zij hebben er bijvoorbeeld geen probleem mee dat bodems worden uitgeput, zolang de klimaatverandering maar wordt tegengegaan. Andere wetenschappers menen dan weer dat een klimaatbeleid ook zorg dragen voor de natuur omvat, terwijl nog andere wetenschappers ergens tussenin bengelen en biomassa vooral als een tussenoplossing zien. Het lijkt heel moeilijk te zijn om hier compromissen over te vinden.